Op elk bedrijf maak je wel eens mee dat een koppel niet naar wens presteert. Als dierenarts stel jevaak in eerste instantie een diagnose aan de hand van de klinische verschijnselen en het bijbehorende sectiebeeld. In sommige gevallen is het handig om aanvullend bloedonderzoek uit te voeren. Zeker in die gevallen, waarbij het ziektebeeld door meerdere ziektekiemen veroorzaakt kan worden of in die gevallen waarbij er een onderliggende immuunstoornis aanwezig is.
In de praktijk voeren we daarom regelmatig bloedonderzoek uit. Er wordt dan van een bepaald aantal dieren binnen een koppel bloed afgenomen om te zien in welke mate er afweerstoffen in het bloed aanwezig zijn. De hoogte van het gehalte aan afweerstoffen (de titer) geeft dan een aanwijzing welke ziekte het koppel onlangs heeft meegemaakt. In sommige gevallen, vooral bij langer levende dieren, is het handig om tweemaal bloed af te nemen met een tussentijd van 2 weken. De stijging in de titer (de zogenaamde seroconversie) tegen een bepaalde ziekte is dan met nog meer zekerheid vast te stellen.
In de praktijk zien we momenteel weer vaker de ziekte TRT opduiken. Dit gaat dan meestal niet gepaard met de typerende ‘dikke-koppen’ bij vleeskuikens, maar we zien wel de algemene
symptomen zoals proesten, waterige oog- en/of neusuitvloeiing, krabben aan de oogjes en de ontstoken luchtpijpjes en/of schuim in de luchtzakken bij sectie. In sommige gevallen treedt een
middenoorontsteking op, waardoor de dieren hun kop scheef houden of waardoor draainekken ontstaan. Een ongecompliceerde TRT infectie verloopt vaak symptoomloos. Vooral in die situaties waarbij het stalklimaat optimaal is en waarbij geen bijkomende IB- of Mycoplasma synoviae infectie aanwezig is.
Bloedonderzoek is een goede methode om een TRT-infectie aan te tonen
Als er sprake is van en bijkomende infectie, een onderliggende immuunstoornis, een veteringstoornis of een suboptimaal stalklimaat, dan kan een TRT-infectie zowel bij vleeskuikens als bij leg- en vermeerderingsdieren voor een productiedip zorgen. Bruine legkippen lijken gevoeliger te zijn dan witte legkippen. Ook een bijkomende E.coli-infectie is in dat geval geen uitzondering.
TRT (Turkey Rhino-Tracheïtis) is een virusziekte die vooral bij kippen en kalkoenen voorkomt. We zien het meer bij kippen- en vleeskuikenbedrijven die in de buurt van een kalkoenenbedrijf liggen. Vroeger werd een TRT-uitbraak nog wel eens geassocieerd met het uitrijden van kalkoenenmest op de akkers. Tegen TRT bestaan verschillende vaccins. Voor elk pluimveetype wordt een ander vaccinatieschema geadviseerd. Het is in dat geval verstandig om ook te kijken tegen welke andere ademhalingsziektes al wordt gevaccineerd, zodat de TRT-vaccinatie volledig tot zijn recht kan komen.
Gerwin Bouwhuis,
pluimveedierenarts bij het GvP in Emmen